De Raad van State deed op 4 juni 2008 een uitspraak (ECLI:NL:RVS:2008:BD3121) die als een stap in de goede richting op weg naar een effectieven rechtsbescherming tegen overschrijding van de redelijke termijn door de rechter kan worden gezien. Om deze rechtsbescherming verder te effectueren, zou de wetgever ook een paar stappen moeten zetten.