Rechtswetenschap mankeert een eigentijdse kennisinfrastructuur

Auteur(s): Bron:

Samenvatting

Internettoegankelijkheid van juridische tijdschriften biedt uitgevers zowel kansen als bedreigingen maar vraagt tegelijk ook dat er goed wordt nagedacht over hoe kennis met de nieuwe ICT-mogelijkheden wordt gepresenteerd en gedistribueerd, geen oude wijn in nieuwe zakken.[1]

Volledige tekst

De rubriek ‘Tijdschriften’ van dit blad vindt bij mij altijd gretig aftrek. Bijna wekelijks kom ik daarbij Nederlandse publicaties tegen die nuttig zouden kunnen zijn voor het juridischwetenschappelijk onderzoek waar ik mee bezig ben. Maar dan begint de frustratie. Een deel van die artikelen kan ik niet downloaden via mijn universitaire bibliotheekportal en die publicaties moeten dan via studentassistenten in bibliotheken opgezocht en gekopieerd worden; tijdrovend en stellig hopeloos ouderwets. Ook het zoeken naar rechterlijke uitspraken is soms niet eenvoudig. Waar het in de Nederlandse rechtswetenschap aan ontbreekt, is een brede digitale kennisinfrastructuur, die goede en snelle toegang tot juridische kennis en informatie mogelijk maakt. Wie zich grondig in een zaak of een onderwerp moet verdiepen, wil goede toegang tot zowel de wetenschappelijke literatuur als de jurisprudentie. De benodigde informatie moet vindbaar, bruikbaar en betrouwbaar zijn. Het daarvoor benodigde kennismanagement vraagt een effi ciënt en solide aanwenden van kennisbronnen[2] maar daaraan gaat de vraag vooraf wat we nu precies tot onze beschikking willen hebben, waarom en hoe.

Ik werk in twee werelden – de medische en de juridische – en ben het als medisch-wetenschappelijk onderzoeker anders en beter gewend. Wanneer ik een praktijkprobleem tegenkom of mij nader in een onderwerp wil verdiepen, heb ik een mondiaal netwerk tot mijn beschikking, PubMed. Ik tik een trefwoord in en snel daarna kan ik overzien of er voor mij relevante publicaties zijn die ik nader aan de hand van abstracts op bruikbaarheid kan beoordelen. Ook het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is in dat netwerk opgenomen. Er bestaan voor andere disciplines eveneens internationale netwerken, bijvoorbeeld PsycNET voor de psychologie. Voor buitenlandse juridische publicaties bestaan al wel juridische portals, bijvoorbeeld HeinOnline of LexisNexis. De rechtswetenschap is vanzelfsprekend meer nationaal georienteerd dan de medische wetenschap, maar dat maakt toegankelijkheid van de Nederlandse juridische literatuur niet minder belangrijk, integendeel. Een brede en snelle toegankelijkheid van ook Nederlandse juridische artikelen via één toegangsweg betekent effi ciëntie- en kwaliteitswinst.

Internettoegankelijkheid van juridische tijdschriften biedt uitgevers zowel kansen als bedreigingen maar vraagt tegelijk ook dat er goed wordt nagedacht over hoe kennis met de nieuwe ICT-mogelijkheden wordt gepresenteerd en gedistribueerd, geen oude wijn in nieuwe zakken. Het enthousiasme van uitgevers voor dit inmiddels al weer gevestigde medium is in ons land wisselend en tot nu toe bestaat een – begrijpelijke – defensieve houding om de traditionele abonnementen te beschermen. Er zijn echter twee goede redenen om zowel inhoudelijk als strategisch over de toekomst van het wetenschappelijk publiceren na te denken.

De jongste generaties zijn al zo vertrouwd met het zoeken naar informatie via internet dat ze zoiets als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Daarmee zal rekening moeten worden gehouden. De tweede reden is dat het leesgedrag verandert. Er wordt minder gelezen, de oplages van tijdschriften dalen daardoor en dus zal er gezocht worden naar nieuwe wegen om het doel van informatieoverdracht te realiseren. Er wordt al enige tijd nagedacht over de inhoud van juridische tijdschriften[3] maar daar wordt nu het element van medium, vormgeving en distributie aan toegevoegd. Inmiddels zijn er bedrijfsmatig ook andere vormen van publiceren gekomen, het systeem van open access. Niet de lezers, maar de auteurs betalen voor publicatie in het tijdschrift dat dan overigens alleen per e-mail wordt gedistribueerd. Het artikel kan desgewenst geprint worden.

Ook het raadplegen van jurisprudentie zal veranderen. Er komen steeds meer gespecialiseerde jurisprudentietijdschriften, niet altijd te raadplegen via internet. Via de website www.rechtspraak.nl is maar een deel van de uitspraken te vinden. In het rapport uit 2006 van de commissie-De Meij Toegang tot rechterlijke uitspraken werd al gepleit om alle vonnissen via internet kenbaar te maken, maar dat is (nog?) geen realiteit geworden. Het Ministerie van Justitie wil dat er meer gebruik van digitale voorzieningen gemaakt gaat worden door organisaties binnen het rechtsbestel. Op Europees niveau loopt al enige tijd het initiatief van e-Justice.[4]

Er zit dus beweging in, er zijn ideeën en goede voornemens, maar met name op het gebied van het elektronisch toegankelijk maken van Nederlandse juridische wetenschappelijke artikelen is nog veel werk te doen. En vervalt dan in de toekomst mijn geliefde rubriek ‘Tijdschriften’? Nee, die wordt dan nog aantrekkelijker, want ik kan dan direct doorklikken naar het beschreven artikel!

Eindnoten

1. Dr. R.W.M. Giard is universitair hoofddocent aan de Erasmus School of Law van de EUR en klinisch patholoog bij het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam en is oud-redacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Noten

2. Bijv. M. Apistola, Advocaat en kennismanagement (diss.), Amsterdam: Vrije Universiteit 2007.

3. C.J.J.M. Stolker, ‘Legal journals: in pursuit of a more scientific approach’, European Journal of Legal Education 2005 vol.2 (2), p. 77-94.

4. Kamerstukken II 2007/08, 23490, 467.

Titel, auteur en bron

Titel

Rechtswetenschap mankeert een eigentijdse kennisinfrastructuur

Permanente link

Huidige versie

https://www.openrecht.nl?jcdi=JCDI:ALT247:1