Samenvatting

Wraakporno is het uit wraak via het internet verspreiden van vertrouwelijke, intieme gegevens van de ex-partner. Tot op zekere hoogte is het mogelijk om daders van deze gedragingen strafrechtelijk ter verantwoording te roepen. Toch is de situatie onbevredigend. De strafbepalingen zijn niet geschreven zijn voor deze specifieke situatie. En de bijzondere kenmerken van het internet maken adequate bescherming van het slachtoffer buitengewoon lastig.

Inleiding

Het ten einde lopen van een relatie kan hevige emoties oproepen. Een gevoel van opluchting maar ook van diepe wanhoop, verdriet of boosheid. De pijn die een ander je toebrengt kan leiden tot de drang om die ander ook leed toe te brengen. Ofwel, om vergelding te zoeken door het nemen van wraak. De verschijningsvormen van wraak zijn even divers als de menselijke vindingrijkheid. Het via internet verspreiden van vertrouwelijke, intieme gegevens - zogeheten wraakporno - is een recente en helaas behoorlijk effectieve vorm van wraakneming. Een ex-partner plaatst zonder instemming van de geportretteerde naaktfoto's of -filmpjes voorzien van andere persoonlijke gegevens (naam, adres, enzovoorts) op een website als MyEx.com of sociale media om de afgebeelde persoon te vernederen. Vaak blijft de krenking voor de afgebeelde daar niet bij, omdat wraakporno kan leiden tot cyberpesten, cyberstalking en trolling.[1] De sociaal-emotionele impact van wiraakporno op het slachtoffer is daarmee in potentie groot en het is bovendien lastig, zo niet onmogelijk, om het beeldmateriaal weer volledig van het internet verwijderd te krijgen.

De vraag die rijst, is of het recht voldoende adequate remedies biedt om wraakporno aan te pakken. Volgens de minister van Justitie en Veiligheid luidt het antwoord in beginsel positief, niettemin is er het plan om het kopiëren van vertrouwelijke gegevens, waaronder seksueel getint beeldmateriaal, stratbaar te stellen in het wetsvoorstel Computerrcriminaliteit III.[2] Vooralsnog zijn we derhalve aangewezen op het bestaande recht.

Deze bijdrage zal laten zien dat het slachtoffer inderdaad niet volledig in dle kou staat, maar ook dat het probleem niet volledig kan worden opgelost met het (huidige) recht. Achtereenvolgens worden de aanpak van wiraakporno onder het portretrecht en het strafrecht toegelicht. Tot slot wordt het vizier gericht op de rol en aanpak van ilussenpersonen, en in het bijzonder de wraakporno-sites, die het online publiceren van wraakporno mogelijk maken. De bijdrage wo1rdt afgerond met enkele afsluitende opmerkingen, waarmee we ook terugkeren naar het voornoemde plan van de minister voor een nieuwe strafbepaling.

2 Portretrecht

Als iemand herkenbaar in beeld is gebracht, dan is er sprake van een portret in de zin van het portretrecht. In beginsel mag; de atbeelding zonder toestemming van de geportretteerde worden gebruikt, tenzij zijj[3] daar een redelijk belang tegen in kan brengen (art. 21 Auteurswet).[4] Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan een dergelijk redelijk belang opleveren. In het geval van wiraakporno zal de aantasting van de privacy van de geportretteerde welhaast zeker een redelijk belang opleveren.[5] De ex-partner kan derhalve aansprakelijk wordlen gesteld op grond van het portretrecht. Daarnaast levert schending van het portretrecht een overtreding op (art. 35 Auteurswet).[6] Overigens zou de geportretteerde in het geval van een selfie tevens een beroep kunnen doen op het auteursrecht. Dat kan evenwel niet wanneer wde ex-partner de maker van de afbeelding(en) is.

3 Strafrecht


3.1 (Kinder)porno

Het maken, in bezit hebben en verspreiden van seksueel getinte afbeeldingen en filmpjes van minderjarigen (personen onder de 18 jaar) is in beginsel stratbaar ingevolge artikel 240b Sr (kinderporno).[7] De vraag is of dat ook geldt ten aanzien van - aanvankelijk vrijwillige - sexting tussen minderjarigen. Sexting - een samenvoeging van sex en texting - is het via het internet (bijvoorbeeld met WhatsApp of Snapchat) versturen van seksueel expliciet beeldmateriaal. Via een webcam of smartphone kun je elkaar verleiden, seksueel opwinden of zelfs seks hebben.

Het maken, bezitten of verspreiden van naaktfoto's van minderjarigen is in beginsel weliswaar strafbaar, maar kinderen hebben op grond van het VN-Verdrag inzake de rechten van de kind 1989 (IVRK)[8] ook het recht op een persoonlijke levenssfeer (art. 16 IVRK) en seksueel experimenteren kan als een onderdeel daarvan worden beschouwd.[9] In veel gevallen zal sexting vooral een onschuldig tijdverdrijf (vrijwillige uitwisseling van foto's binnen een romantische relatie) zijn en is de kans dat het OM tot vervolging over zal gaan nihil.[10] Dat neemt niet weg dat een minderjarige onder omstandigheden op basis van artikel 240b Sr kan worden veroordeeld, waarbij het feit of de (belangen van de) geportretteerde minderjarige op enige wijze schade berokkend is, van belang is. Relevante factoren zijn onder meer kwade trouw bij de verspreiding van de afbeeldingen, dwang of dreiging, leeftijdsverschil tussen de betrokkenen en betrokkenheid van een volwassene.[11] Beide eerste factoren (kwade trouw en dwang of dreiging) zouden in het geval van wraakporno aldus aanleiding kunnen zijn tot vervolging van een minderjarige dader. Het moge duidelijk zijn dat een veroordeling voor dit zedendelict een enorme impact kan hebben op jongeren, aangezien voor het delict een onbeperkte terugkijktermijn geldt en dit voor altijd op het strafblad wordt vermeld. Dat heeft gevolgen voor de afgifte van een Verklaring omtrent gedrag (VOG).[12] Overigens kan ook worden vervolgd op grond van de minder zware delicten eenvoudige belediging en smaad, waarover meer in de volgende paragraaf.

3.2 Belediging, smaad en smaadschrift

Het zonder de instemming van de geportretteerde via het internet verspreiden van seksueel getinte afbeeldingen kan strafbaar zijn onder een van de beledigingsdelicten. Met de strafbaarstelling van belediging wordt beoogd om de waardigheid en de reputatie van personen te beschermen. Van eenvoudige belediging is sprake wanneer iemands eer of goede naam opzettelijk in het openbaar wordt aangerand (art. 266 Sr). In een zaak waarin zonder toestemming een filmpje met naaktbeelden op YouTube was geplaatst, overwoog de rechter in eerste aanleg dat inderdaad sprake was van belediging,[13] maar in hoger beroep werd deze beslissing teruggedraaid:

'Het plaatsen van een (privé)filmpje waarop een persoon naakt t.e zien is, is als zodanig en op zichzelf niet t.e beschouwen als het beledigen bij afbeelding. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van belediging, is van belang in welke context het filmpje is geplaatst en/of wat het karakt.er is van de (naakt)beelden op het filmpje, in het bijzonder op welke wijze de beelden de pe·rsoon weergeven.'.[14]

Onder welke omstandigheden wel sprake geweest zou kunnen zijn van belediging is een feitelijke vraag waarop het gerechtshof helaas niet in. kan gaan. Denkbaar is dat het had uitgemaakt, wanneer er vervelende opmerkingen over het slachtoffer waren gemaakt.

Het verspreiden van wraakporno kan blijkens de re,chtspraak onder het specifieke beledigingsdelict ex artikel 261, lid 1 en 2 Sr (smaadschrift) vallen.[15] Bij smaad wordt iemands eer of goede naam opzettelijk aangerand door middel van de tenlastelegging van een bepaald feit.16 De dader heeft voorts het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de dader specifieke uitlatingen doet over zijn ex, zoals die bijvoorbeeld op een website MyEx.com kunnen worden gevonden, of door begeleidende teksten als de afbeeldingen worden gedeeld via de chat, in fora of via sociale media. Gebeurt het ruchtbaarheid geven door middel van bijvoorbeeld het verspreiden van afbeeldingen dan is er sprake van het zwaardere dellict smaadschrift. Ondanks de wat anachronistisch aandoende benaming kan smaadschrift ook via internet worden gepleegd.[17]

De online publicatie van wraakporno kan gepaard gaan met pesten en haatcampagnes op online fora en sociale media door anderen dan de kwaadwillende ex-partner en de verdere verspreiding van het intieme beeldmateriaal. In deze gevallen kan sprake zijn van belediging, smaad of zelfs laster (art. 262 Sr) als de opmerkingen over het slachtoffer onwaar zijn. Wat ook wel trolling wordt genoemd kan - ofschoon door de trollers vaak beschouwd als niet meer dan een amusant tijdverdrijf[18] - extreme vormen aannemen. Het is niet alleen een sport om :iemand volkomen te vernederen maar ook om - als die gegevens al niet waren verspreid doo:r de ex-partner - bijvoorbeeld de identiteit van het slachtoffer te achterhalen (zogeheten doxing) en haar ook offline lastig te vallen.[19] Dat kan leiden tot een escalatie van de situatie waardoor niet slechts sprake meer is van belediging, maar mogelijk ook bedreiging of belaging van het slachtoffer. Overigens kan het ingewikkeld worden om de kwelgeesten strafrechtelijk aan te pakken als deze niet (eenvoudig) kunnen worden geidentificeerd en/of zich buiten de landgrenzen bevinden.

3.3 Dwang, bedreiging en belaging

Binnen een relatie worden naaktfoto's of -filmpjes doorgaans vrijwillig verspreid. Het verder verspreiden gebeurt vaak zonder instemming en kan dan - zoals we hiervoor zagen - een beledigingsdelict opleveren. Het beeldmateriaal kan echter ,ook worden misbruikt om iemand onder dntk te zetten en zo meer seksueel expliciete foto's of filmpjes te verkrijgen en/of de gepo1rtretteerde daarin verdergaande seksuele poses te laten vertonen. We spreken dan eigenlijk niet meer van wraakpomo - ofschoon het daarmee kan samenvallen - maar van sextortion, een samenvoeging van sex en extortion.[20] Overigens kan het chanteren van het slachtoffer met naaktbeelden ook om ande:re redenen, bijvoorbeeld voor gedwongen seks[21] of om geldelijk gewin,[22] gebeuren. Afhankelijk van de concrete situatie kunnen er verzwarende omstandigheden zijn wegens o.Jrn. dwang (art. 284 Sr),[23] bedreiging (art. 285 Sr)[24] of belaging (art. 285b Sr).[25]

3.4 Computervredebreuk

Naaktbeelden kunnen ook worden verkregen door computervredebreuk of hacking (art. 138ab Sr). Ook in dit geval hoeft niet per se sprake te zijn van een beëindigde relatie tussen twee mensen, en daarmee wraakpomo, maar de mogelijkllleid bestaat wel. Van hacking of computervredebreuk is sprake wanneer de dader 'opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk'. Van binnendringen is slechts sprake wanneer de be,treffende persoon de beveiliging van de computer heeft doorbroken,[26] mede inhoudende dat het systeem voorzien moet zijn van weliswaar 'niet meer dan een minimale, doch wel een daadwerkelijke' beveiliging.[27] Het gebruiken van de gegevens, zoals intiem beeldmateriaal, waartoe hij zich door het binnendringen onrechtmatig toegang heeft verschaft, levert een strafverzwarende omstandigheid op (art. 138ab, lid 2 Sr). In het geval van het verkrijgen van wraakporno door middel van computervredebreuk kan worden gedacht aan twee situaties. Ten eerste de situatie waarin de naaktbeelden op de c,omputer van het slachtoffer of iemand anders staan en de dader deze 'steelt' door het doorbreken van de beveiliging of enige andere technische ingreep.[28] Ten tweede het geval waarin de dader de webcam zonder instemming of zelfs medeweten van het slachtoffer activeert en aldus intiem beeldmateriaal verwerft.[29] Dat laatste wordt ook webcamhacking genoemd. Ook bij computervredebreuk kunnen dwang en bedreiging verzwarende omstandigheden opleveren.[30]

3.5 Heimelijk fotograferen of filmen

Het heimelijk vastleggen van intiem beeldmateriaal kan met behulp van verborgen film- of fotocamera's ook gebeuren zonder dat het direct nodig is om de computer van het slachtoffer te hacken. Wanneer het heimelijk filmen of fotograferen opzettelijk en wederrechtelijk gebeurt en bovendien plaatsvindt in een woning of andere niet voor het publiek toegankelijke plaats is sprake van een strafbaar feit ex artikel 139f, lid 1 Sr.[31] Ook de beschikking hebben over op dergelijke wijze verkregen beeldmateriaal kan strafbaar zijn, wanneer iemand weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het beeldmateriaal verkregen is op basis van de in het eerste lid geformuleerde gedraging (art. 139:t; lid 2 Sr). De op voornoemde gedragingen volgende openbaarmaking van de afbeeldingen levert een afzonderlijk strafdelict op (art. 139g Sr). De bepalingen beogen handelen strafbaar te stellen dat inbreuk maakt op het recht op een persoonlijke levenssfeer van individuele personen.[32] Seksueel getinte afbeeldingen die binnen de relatie worden vervaardigd zullen doorgaans niet onder artikel 139f Sr vallen, ofschoon het niet ondenkbaar is dat een persoon in (deels) ontklede staat zonder diens medeweten door de partner wordt gefilmd of gefotografeerd. Wellicht gebeurt dat anticiperend op een te verwachten beëindiging van de relatie, omdat het tussen de partners al niet 'lekker loopt'.

4 De rol en aanpak van tussenpersonen

Tussenpersonen zijn onmisbaar bij het mogelijk maken van de online publicatie en verspreiding van wraakporno en ondersteunen daarmee - gewild of ongewild - de strafbare gedragingen van de zich wrekende ex. Daarbij kan er onderscheid worden gemaakt tussen online dienstverleners die een algemeen platform aanbieden voor het delen van user-generated content enerzijds en anderzijds bedrijven voor wie het faciliteren van het publiceren van wraakporno en naming and shaming de hoofdactiviteiten zijn. In het eerste geval kan het platform, denk aan een sociaal netwerk of een video-website, worden misbruikt door de ex om de beelden te verspreiden;[33] in het tweede geval is de website er volledig op gericht om de wraakacties door de ex - en in diens kielzog anderen - te fourneren.

Wraakporno-websites zijn bijzonder lucratief vanwege de inkomsten uit de verkoop van advertenties;[34] naaktbeelden en trolling zijn op zichzelf al zeer populair onder een deel van de internetbevolking en het faciliteren van een combinatie van beide kan daarmee extra rendabel zijn. Het belang van de wraakporno-exploitant om het slachtoffer op enige wijze behulpzaam te zijn bij het voorkomen of verminderen van de mogelijke schadelijke effecten is derhalve bijzonder gering, gegeven de doelstelling van diens bedrijfsmodel, te weten het profiteren van de ellende van anderen.[35] Daarnaast worden slachtoffers van wraakporno gedwongen om - soms aanzienlijke - bedragen te betalen alvorens deze websites beeldmateriaal op hun verzoek verwijderen.[36]

Een internetdienstverlener is onder het Nederlandse recht in beginsel niet aansprakelijk voor het hosten van onrechtmatige gegevens. Voorwaarde is wel dat het bedrijf geen kennis heeft ofredelijkerwijs behoort te hebben van de onrechtmatige gedraging of informatie, en de informatie onverwijld verwijdert of de toegang daartoe blokkeert zodra het die kennis wel heeft of redelijkerwijs behoort te hebben (art. 6:169c, lid 4 BW). De bepaling kent een strafrechtelijke pendant in de vorm van de vervolgingsuitsluitingsgrond ex artikel 54a Sr.[37] In een zogeheten Notice and Take Down-procedure (NTD-procedure) kunnen slachtoffers internetdienstverleners op de hoogte brengen van wraakporno op hun website en verzoeken om de verwijdering van onmiskenbaar onrechtmatig beeldmateriaal. Of van dat laatste sprake is, is (zeker zonder rechterlijk oordeel) niet altijd eenvoudig te bepalen door het bedrijf.

In de praktijk lopen slachtoffers echter tegen problemen aan. Zoals reeds opgemerkt, houden wraakporno-websites er afpersingspraktijken op na - eerst betalen en dan verwijderen - die inderdaad niet stroken met de regeling ('onverwijld verwijderen') en op zichzelf mogeliijk een strafbaar feit opleveren, maar waar tegelijkertijd vaak ook weinig tegen kan worden gedaan. Veel van deze bedrijven zijn gevestigd in de Verenigde Staten waar een zogelheten safe harbor-regime voor internetdienstverleners geldt dat aan een adequate aanpak van wraakporno-websites in de weg staat.[38] Voorts kan het succes van een verwijderingsverzoek sterk afhankelijk zijn van de gekozen grondslag. In de praktijk blijkt een verwijderingsverzoek gebaseerd op auteursrechtinbreuk succesvoller dan wanneer daarin bijvoorbeeld wordt gerefereerd aan pesten, beledigen ofprivacy-inbreuk.[39] Van auteursrechtinbreuk is echter niet altijd sprake im het geval van wraakporno.[40] Daarnaast kan het verwijderd krijgen van wraakporno ook op een ondoenlijke missie uitlopen die het best kan worden aangeduid als 'dweilen met de kraan open'. In voorgaande paragrafen is reeds beschreven hoe het posten van wraakporno, doorgaans voorzien van contactgegevens, enorm uit de hand kan lopen en tevens kan resulteren in tal van andere nare en mogelijk schadelijke gedragingen, zoals cyberpesten, cyberstalking en trolling. De kans is groot dat de, beelden zich dientengevolge razendsnel over het internet verspreiden en ondanks succesvolle verwijderingsverzoeken elders steeds weer blijven opduiken.[41]

5 Tot besluit

Deze bijdrage laat zien dat het afhankelijk van de omstandigheden tot op zekere hoogte mogelijk is om met het Wetboek van Strafrecht in de hand daders van wraakporno strafrechtelijk ter verantwoordiing te roepen. Onbevredigend blijft evenwel dat het tegelijkertijd behelpen is. Hoe je heit ook wendt of keert, in de kern wil je als slachtoffer van wraakporno niet dat iemand intieme en vertrouwelijke informatie over jou zonder jouw instemming wereldkundig: maakt. Dat dit vervolgens ook in andere nare en zelfs schadelijke activiteiten (smaad,, belediging, dwang, bedreiging, enzovoorts) ,en effecten (sociaal-emotionele en economische schade) resulteert, verergert de situatie aanzienlijk maar verandert niets aan het uitgangspunt.

In dat licht zou het voorstel van de minister van Justitie en Veiligheid om het kopiëren van vertrouwelijke gegevens - waaronder seksueel getint beeldmateriaal - strafbaar te stellen een wenselijke wettelijk aanvulling kunnen vormen, die gelet op het beschermingsbelang nauw aansluit bij andere strafbepalingen, zoals het heimelijk vastleggen van beeldmateriaal, maar meer recht doet aan de specifieke kenmerken van de situatie.

Vooralsnog is het evenwel wachten op het wetsvoorstel en de concrete formulering van de delictsomschrijving om te bezien of deze inderdaad in een adequate aanvulling voorziet voor de aanpak van wraakporno.[42]

De aanpassing van het strafrecht is een noodzakelijke, maar geen afdoende voorwaarde. Daarnaast blijven de rol en de aanpak van internetdienstverleners, in het bijzonder in het licht van de internationale omgeving waarin zij opereren, een belangrijk onderwerp van aandacht.[43] Het is buitengewoon verheugend dat enkele internetbedrijven, zoals Twitter, Reddit en Google, hebben laten weten wraakporno te zullen weren van hun diensten,[44] maar het is slechts een druppel op een gloeiende plaat gegeven het grote aantal websites, fora, enzovoorts waarop het beeldmateriaal nog steeds zonder daadwerkelijke consequenties kan worden verspreid en de intimidaties waarmee dat gepaard gaat.

Al met al is een internationale aanpak van het probleem over het geheel genomen onontbeerlijk, maar op de korte termijn naar verwachting geen haalbaar streven. Bovendien moeten we ons realiseren dat het recht inherent beperkingen kent in hetgeen het kan betekenen bij het wegnemen van, door de technologie aangewakkerde of op zijn minst uitvergrote, sociale problemen waarbij het in de kern van de zaak vooral gaat om het respectvol bejegenen van elkaar. Net als bij aanverwante sociale vraagstukken (denk aan pesten) is het weliswaar een illusie om te denken dat deze volledig kunnen worden uitgeroeid, maar dat neemt niet weg dat - naast het realiseren van passende regelgeving - andere strategieën45 essentieel zijn om problemen juist aan de wortel te bestrijden.

6 Eindnoten

1. Trolling is het plaatsen van (schokkende, controversiële, beledigende, confronterende) berichten in chatkanalen, op online fora, sociale media, enzovoorts met de bedoeling om emotioneel reacties ( woede, verdriet, ergernis) bij anderen uit te lokken.

2. Kamerstukken Il 2014/15, 28684, 443.

3. Slachtoffers zijn meestal vrouwen, derhalve wordt de vrouwelijke aanspreekvorm gehanteerd.

4. Voor in opdracht gemaakte portretten gelden andere regels, die hier verder buiten beschouwing blijven.

5. Zie Rb. Leeuwarden 9 april 2009, ECLI:NL:RBLEE:2009:BI0666.

6. Vergelijk Hof Leeuwarden, 4 mei 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BM3169.

7. In Nederland zal het OM in dit soort gevallen n.iet tot vervolging overgaan tenzij er sprake is bijzondere omstandigheden, zoals dwang. Zie echter Rb. Almelo, 18 september 2009, ECLI:NL:RBALM:2009:BJ8494.

8. Trb. 1990, 170; gewijzigd bij Trb. 1996, 188, Trb. 2002, 233.

9. Daarnaast verplicht het verdrag verdragsstaten om kinderen bescherming te bieden tegen (seksueel) geweld en uitbuiting (zie o.a. art. 34 en 36). Zie ook het Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, prostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind (Trb. 2001, 63).

10. Zie: Pubers in beeld: OM-beleid bij door jongeren geproduceerde seksuele afbeeldingen van minderjarigen, Landelijk Expertisecentrum Kinderporno en Kindersekstoerisme, p. 3 en 5.

11. Pubers in beeld, p. 3, 4-5.

12. Pubers in beeld, p. 3. Zie uitgebreider: J. van Mieghem, Kindersp,l of kinderporno? Een onderzoek naar de strafrechtelijk, grenzen van sexting onder minderjarigen (Afstudeeronderzook master jeugdrecht), Universiteit Leiden 2015 (niet gepubliceerd, in bezit van auteur).

13. Rb. Leeuwarden 9 april 2009, ECLI:NL:RBLEE:2009:BI0666.

14. Hof Leeuwarden 4 mei 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BM3169, onder 4.

15. Rb. Zutphen 22 februari 2008, ECLI:NL:RBALM:2009:BJ8494; Hof Den Haag 24 oktober 2014, ECLl:NL:GHDHA:2014:3478.

16. Overigens wordt uit de rechtspraak niet duidelijk waaruit 'de tenlastelegging van een bepaald feit' in de aangehaalde zaken bestond.

17. Hof DenHaag 16 november 2010, ECLl:NL:GHSGR:2010:BO4035.

18. J. Bartlett, The Dark Net, Inside the digital underworld, London: William Heinemann 2014, p. 20 e.v.; D. Keats Citron, Hate crimes in cyberspace, Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press 2014, p. 52-54.

19. Bartlett 2014, p.15 e.v.

20. Zie o.m. Hof Leeuwarden 25 februari 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BL5611; Rb. 's-Hertogenbosch 5 december 2008, ECLI:NL:RBSHE:2008:BG6094; Rb. Ooat-Brabant 12 augustus 2014, ECLl:NL:RBOBR:2014:4841; Rb. Limburg 4 februari 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:889; Rb. 's-Hertogenbosch 2 juli 2007, ECLl:NL:RBSHE:2007:BA8369; Rb. Arnhem 11 oktober 2012, ECLl:NL:RBARN:2012:BX9930; Rb. Midden-Nederland 2 mei 2013, ECLl:NL:RBMNE:2013:CA2152; Rb. Den Haag 3 april 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:3610. De minist.er van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd te onderzoeken of de Nederlandse politie voldoende capaciteit heeft om sextortion-zaken te kunnen vervolgen, nadat Europol hierover zorgen had geuit; Kamerstukken II 2015/16, 34300 VI, 1. Zie in dit verband ook de indrukwekkende Zembla-documentaire 'De dood van Amanda Todd', 04-12-2014.

21. Rb. Midden-Nederland 2 mei 2013, ECLl:NL:RBMNE:2013:CA2152.

22. Rb. 's-Gravenhage 28 juni 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BZ0825.

23. Rb. 's-Hertogenbosch 18 juni 2012, ECLl:NL:RBSHE:2012:BW9037 (poging tot het dwingen van ex-vriendin om relatie niet te beëindigen).

24. Rb. Overijssel 16 december 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:6701 (belaging en bedreiging ex-vriendin en haar vader).

25. Rb. 's-Hertogenbosch 18 juni 2012, ECLl:NL:RBSHE:2012:BW9037.

26. Kamerstukken II 1989/90, 21551, 3, p. 16.

27. J.M. ten Voorde, Tekst & Commentaar Strafrecht, art. 138ab Sr.

28. Rb. Haarlem 24 juli 2008, ECLl:NL:RBHAA:2008:BD8449 (ook sextortion en webcamhacking). Zie ook de beruchte iCloud-hack waarbij naaktfot.o's van Amerikaanse beroemdheden werden buitgemaakt en online geplaatst: 'Privé-foto's beroemdheden online na hack', NRC 1 september 2014.

29. Rb. Rotterdam 4 september 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:7379.

30. Rb. 's-Hertogenbosch 18 juni 2012, ECLI:NL:RBSHE:2012:BW9037.

31. Voor vervulling van het delict is bovendien vereist dat sprake is van opzettelijk en wederrechtelijk heimelijk
filmen of fotograferen.
32. P. de Bruin, Commentaar op Wetboek van Strafrecht art. 139f (en 139g), Sdu Commentaar Strafrecht, 2015.

33. Zie in dit verband de opmerkelijke uitllpraak van de Rb. Amsterdam (25 juni 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:3984) dat Facebook onderzoek door een onafhankelijke derde moet toestaan als zij de identiteit van de verspreider van wraakpomo zegt niet meer te kunnen achterhalen.

34. Citron 2014, p. 51-2.

35. Zie Citron 2014, p. 52: 'Moore [een wraakpomo-exploitant, SH] explained that the more embarrassing and destructive the material, the more money he made . ... Moore said that he did not want anybody t.o die (door zelfmoord, SH), but if it happened, he would be grateful for the publicity and the advertising revenue it would generate.'

36. Citron 2014, p. 175-6.

37. Zie voor een uitgebreidere behandeling van de regeling: D.F.P. den Dekker & M. van der Linden-Smith, 'De poeitie van tussenpersonen in internetcommunicatie', in: S. van der Hof et al. (red.), Recht en computer (ICT4), Deventer: Kluwer 2014, p. 261 e.v.

38. Een gedetailleerde behandeling van het regime valt buiten het bestek van deze bijdrage. Kort gezegd houdt het echter in dat een internetdienstverlener beschermd is tegen aansprakelijkheid voor illegale content zolang die niet (mede) door henzelf is gemaakt; uitgebreider: Citron 2014, p. 172 e.v. Dat neemt niet weg dat Amerikaanse wraakpomoexploitanten onder omstandigheden niettemin met succes worden vervolgd; zie bijvoorbeeld 'Revenge-Pom King Hunter Moore Indicted on Federal Charges', TIME 23 januari 2014.

39. A Levendowski, 'Using Copyright to Combat Revenge Porn', JIPEL 201418(2). Dat is ook de ervaring in het geval van Freek, een Nederlandse tiener wiens Twitter-profielfoto werd misbruikt; ofschoon het niet om wraakpomo handelde, waren de consequenties voor het slachtoffer niettemin vergelijkbaar; zie Kennisnet

40. Zie ook de procedure op MyEx.com die vereist dat melders een registratiebewijs tonen, een formaliteit die in het Nederlandse auteursrecht niet bestaat. E-mails zonder een dergelijk bewijs worden genegeerd. (As of January 9th of 2018, MyEx.com was shutdown by the FTC, Wikipedia)

41. Zie bijvoorbeeld het verhaal van wraakpornoslacht:offer Holly Jacobs, Citron 2014, p. 45 e.v.

42. Ook in enkele andere landen is specifieke wetgeving voor wraakporno ontwikkeld, zie Revenge porn, Wikipedia.

43. Zo ook het VN-rapport Cyberviolence against women and girls: A world-wide wake-up call, september 2015 dat inmiddels weer is ingetrokken vanwege fouten en controversiële standpunten; zie o.m.''I'm Disappointed': Zoe Quinn Speaks Out on UN Cyberviolence Report', Motherboard 1 oktober 2015.

44. 'Google announces plan to remove sexually explicit "revenge porn" from search results', ABC 20 juni 2015. Aanleiding voor Google is de uitspraak van het Europese Hof van Justitie; HvJ EU 13 mei 2014, C-131/12, ECLI:EU:C:2014:317 (Google Spain v Mario Costeja González).

45. Denk ook aan bewustwording, educatie, empowerment, hulpverlening, enzovoorts.

 

Titel, auteur en bron

Titel

Wraakporno op internet

Auteur(s)

Simone van der Hof

Permanente link

Huidige versie

https://www.openrecht.nl?jcdi=JCDI:ALT90:1